Natuurlijk varkensleven

Wilde zwijnen leven in groepen van 2 tot 5 nauw verwante zeugen met hun nakomelingen. Jong volwassen beren verlaten de groep als ze 7-8 maanden oud zijn. De groepen kennen een sterke sociale structuur, waarbij oudere en zwaardere varkens een hogere rangorde hebben. Binnen de groepen is er weinig agressie, maar dieren die niet tot de vaste groep behoren worden zelden getolereerd.

Zwijnen leven in bosrijke gebieden, waarbij de oppervlakte van hun leefgebied varieert van 100 ha tot 2500 ha, afhankelijk van de beschikbaarheid van voedsel. Ze besteden 6 tot 7 uur van hun dagtijd aan fourageergedrag: met hun typische snuit wroeten ze in de aarde om wortels, insecten en wormen te zoeken.

Om de huid en vacht te verzorgen, schuren zwijnen zich tegen boomstammen en struiken aan. Daarnaast wordt de huid verzorgd door het nemen van modderbaden. Een modderbad zorgt voor afkoeling bij warm weer en draagt bij aan het verwijderen van luizen en mijten. De modderkorst die na het bad op hun huid ontstaat beschermt varkens tegen vliegen.

’s Nachts zoeken de dieren hoger gelegen, dicht beboste plekken op waar ze slapen in een gemeenschappelijk nest. Ze hechten veel belang aan het schoon houden van de rustplaats, ze mesten op een aparte plaats die 5 tot 15 meter van het nest verwijderd is.

Wilde zwijnen hebben een paarseizoen. Van november tot en met januari sluiten beren (mannelijke zwijnen) zich aan bij een groep zeugen. Voor de paring port de beer stevig met zijn snuit in de flanken van een zeug. Als de zeug bij het porren blijft stilstaan is dit een teken dat zij ook wil paren, en mag de beer haar bestijgen.

In de periode februari tot en met april maken zwangere vrouwtjes een nest om te bevallen. Het nest bestaat uit een grote kuil van enkele decimeters diep, de bodem wordt bedekt met plantenmateriaal zoals gras, bladeren en mos. Het nest wordt toegedekt met twijgen die met speeksel en modder aan elkaar gelijmd zijn. Wilde zeugen krijgen gemiddeld 6 tot 7 jongen, ze worden geboren in april of mei. Na drie weken beginnen de biggen grond om te woelen en voedsel te zoeken. Toch drinken ze nog ongeveer twee maanden bij hun moeder. Pas in hun tweede jaar zijn ze volgroeid. Wilde zwijnen kunnen tot 10 jaar oud worden.