Natuurlijk gedrag van runderen
Deskundigen van de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) stellen dat gefokte melkkoeien of vleesrunderen dezelfde basisbehoeften en gedragingen kennen als runderen in de vrije natuur. Om natuurlijke behoeften en gedrag te kunnen bestuderen, observeren wetenschappers populaties verwilderde runderen. Door natuurlijke leefomstandigheden te vergelijken met de leefomstandigheden in de vlees- en zuivelindustrie, kunnen we een goede inschatting maken van het dierenwelzijn in de industrie.45
De term runderen verwijst naar een groep van herkauwende zoogdieren, waar de koe, buffel en bizon toe behoren. Onder natuurlijke omstandigheden leven runderen in gemengde groepen van enkele tientallen tot honderden dieren. In grote kuddes organiseren de dieren zich in kleinere subgroepen. Binnen de groepen heerst een stabiele rangorde. Buiten het paarseizoen leven moederkoeien en hun opgroeiende kalveren gescheiden van de stieren. Jonge stieren (vanaf 3 tot 4 jaar) leven dan in vrijgezellengroepen buiten de kudde of aan de rand van de kudde, terwijl de oudere stieren meestal solitair leven.
Individuele dieren binnen groepen runderen onderhouden sociale relaties. Een koe kan 50 tot 70 andere individuen herkennen. De positie van een individu in de rangorde hangt af van een aantal fysieke factoren zoals leeftijd, lichaamsgrootte en omvang van de horens, maar ook van karaktereigenschappen zoals temperament en zelfvertrouwen.
De rangorde binnen een groep wordt bepaald door rangordegevechten. Als de rangorde in een groep eenmaal is vastgelegd, wordt er nog weinig gevochten. Om de onderlinge verhoudingen wederzijds te respecteren houden runderen letterlijk afstand ten opzichte van elkaar. Deze afstand is afhankelijk van de onderlinge relatie tussen dieren en varieert van enkele decimeters tot enkele meters. Bij een afname van leefruimte of een toename van de groepsgrootte observeren onderzoekers meer conflictsituaties.
Binnen een groep trekken sommige dieren meer met elkaar op dan andere. Familiebanden spelen hierbij een grote rol. Moederkoeien brengen binnen een kudde meer tijd door in de nabijheid van hun kinderen, ook wanneer deze reeds lang volwassen zijn en zelf kalfjes hebben. Runderen die als kalfje samen speelden, sluiten vaak vriendschappen voor het leven. De dieren uiten hun vriendschap naar elkaar door positieve interacties zoals elkaar likken.
Hoewel runderen van nature kuddedieren zijn, zonderen hoogzwangere koeien zich af om te bevallen. Ze zoeken een beschutte nestplaats tussen bomen en struiken. Nieuw geboren kalfjes kunnen na een uur al lopen maar houden zich de eerste levensdagen schuil in de nestplaats. Na enkele dagen wordt het nieuwe kalfje geïntegreerd in de kudde.
Rond de leeftijd van twee weken ontwikkelen de kalfjes speelgedrag: ze rennen, springen, schoppen en houden schijngevechten. Speelgedrag is een goede conditietraining, maar vooral ook belangrijk voor het aanleren van sociaal gedrag. Wel hebben opgroeiende kalfjes nog veel behoefte om te rusten. Tot de leeftijd van 5 weken liggen ze 90% van de tijd. Dit percentage neemt af tot 75% op een leeftijd van 5-6 maanden.
In de natuur drinken kalfjes tijdens de eerste levensdagen 5 tot 14 maal per dag bij de moeder, gedurende een achttal minuten. Na 10 maanden drinken ze nog steeds zo’n 3 keer per dag bij de moeder. De totale zoogperiode kan bij vrouwelijke kalfjes tot 14 maanden duren, stierkalfjes stoppen sneller met drinken. Vanaf de leeftijd van 10-11 maand beginnen zij groepen te vormen met andere jonge stieren in de kudde, terwijl vrouwelijke kalfjes op die leeftijd nog veel meer tijd doorbrengen in de nabijheid van hun moeder.
Runderen brengen veel tijd door met grazen en herkauwen. Herkauwen doen ze bij voorkeur liggend, in de veilige beschutting van bomen en struikgewas. Om naar hartenlust te kunnen grazen lopen ze tot 13 kilometer per dag, afhankelijk van de verspreiding van de graasgebieden in hun leefomgeving. Afstanden lopen is belangrijk voor hun poot- en klauwgezondheid. Om hun poten in goede conditie te houden moeten ze dagelijks 3 tot 4 km lopen.
Zoals bij alle prooidieren is angst een sterk ontwikkelde emotie bij runderen. Ze hebben een aangeboren angst voor roofdieren, waaronder de mens. Runderen zijn op hun hoede voor alles wat nieuw, onbekend en onvoorspelbaar is. Ze nemen de tijd om onbekende voorwerpen, soortgenoten of omgevingen voorzichtig te onderzoeken en verkennen. Hun sterk ontwikkelde zintuigen komen daarbij goed van pas.
Runderen kunnen vanaf grote afstand geuren opmerken. Stieren ruiken het wanneer een vrouwelijk rund in haar vruchtbare periode is, moederkoeien herkennen hun kinderen aan de geur en ook groepsgenoten kunnen elkaar herkennen aan geuren. Wanneer een rund gestrest is kunnen andere runderen dit ruiken aan de feromonen en de urine die het dier afscheidt.
Ook het zicht is bijzonder sterk ontwikkeld bij runderen. De dieren nemen de omgeving waar op een andere manier dan mensen. Ze hebben een panoramisch gezichtsveld van ruim 300°, wat hen in staat stelt om roofdieren te detecteren. Achter het dier en net voor de bek zijn er blinde hoeken. Het dieptezicht van runderen is zwak, waardoor ze schaduwen extremer interpreteren dan mensen dat doen. Ze mijden schaduwplekken, donkere ruimtes en aflopende hellingen omdat ze niet kunnen zien of de situatie veilig is. Ook hebben ze sterke behoefte aan een vluchtzone: ze willen voldoende ruimte om zich heen om weg te kunnen gaan als er gevaar opduikt. Naarmate runderen verontrust of gestrest raken, hebben ze meer behoefte aan vluchtruimte.
Als prooidieren hebben runderen hun kudde nodig om zich veilig te voelen. Sociale isolatie of afzondering van de groep is één van de meest stressvolle en angstaanjagende ervaringen voor kuddedieren. In het wild hangt hun leven af van de goede samenhang in de groep. Runderen in een groep stemmen hun gedrag op elkaar af. Terwijl bijvoorbeeld sommige dieren grazen, blijven anderen waakzaam om mogelijke aanvallen van roofdieren tijdig te signaleren. Wanneer een dier in een groep stress heeft, raken alle individuen in de groep gestrest. Gestreste runderen hebben minstens een half uur nodig om enigszins tot rust te komen.
Ook bij gedomesticeerde runderen blijft angst een diep gewortelde emotie. De dieren hebben een sterk geheugen. Slechte ervaringen met mensen worden onthouden en beïnvloeden hun gedrag. Jonge kalfjes kunnen al duidelijk onderscheid maken tussen mensen die hen goed of slecht behandelen. Regelmatig diervriendelijk contact tussen mensen en kalfjes kan hen minder angstig maken op latere leeftijd. Wel bleek in proeven dat het positieve effect van regelmatig contact tussen kalveren en mens kleiner is bij kalveren die bij de moederkoe mogen drinken. Kalveren die meteen na de geboorte gescheiden werden en geen contact meer hadden met hun moeder vertoonden minder afkeer ten opzichte van mensen. Kalveren die bij de koe mochten drinken bleven meer stress hebben wanneer ze menselijke handelingen moeten ondergaan.