1
Collias, N.E. et al. (1967) A field study of the Red Jungle Fowl in North-Central India. Condor 69 (4); p. 360-386
De huidige gedomesticeerde kip is het resultaat van duizenden jaren fokken. Haar natuurlijke voorouder is de Rode Kamhoen (Gallus Gallus) waaruit de kip naar schatting zo’n 8000 jaar geleden is ontstaan. De Rode Kamhoen of ook wel bankivahoen genoemd, is een tropisch lid van de fazantenfamilie en is ongeveer zo groot als een krielkip. De Rode Kamhoen komt voor in de dichte bossen in India en Zuid-Oost Azie en de gekleurde veren zorgen ervoor dat ze goed gecamoufleerd zijn tussen de rode en bruine bladeren op de grond. Ook al kunnen ze korte afstanden vliegen, ze verplaatsen zich vooral door te lopen en geven de voorkeur aan dicht begroeide gebieden voor beschutting en bescherming. De Rode Kamhoen is actief in de vroege ochtend, slaapt overdag en wordt aan het eind van de middag weer actief tot in de schemering. De hanen kraaien ‘s ochtends vroeg om de grenzen van hun territorium aan te geven en om de hiërarchie te bevestigen. In India leven kamhoenen in groepen van gemiddeld 5 individuen en is hun leefgebied 50 hectare groot1.
Ondanks de grote fysiologische verschillen, vertonen legkippen gedrag dat we ook zien bij de Rode Kamhoen, vooral wanneer gedomesticeerde kippen de kans krijgen zich natuurlijk te gedragen. Als gedomesticeerde kippen worden losgelaten in het wild, blijken ze gedrag te vertonen dat sterk vergelijkbaar is met dat van Rode Kamhoen2. Kippen hebben een ingewikkelde sociale structuur. Een groep bestaat uit 4 tot 30 individuen met meestal één dominante haan en verder ondergeschikte hennen en hanen. De groep slaapt vaak samen in dezelfde boom. De dominante haan beschermt zijn territorium, maar tolereert de aanwezigheid van ondergeschikte hanen. Hij jaagt deze hanen wel naar de randen van zijn territorium, zodra ze jongvolwassen zijn. Ook de hennen hebben onderling een pikorde, die stabieler is dan bij de hanen. Om de hiërarchische positie van een groepsgenoot te weten, herkennen kippen elkaars kop. Kippen kunnen tot circa 100 soortgenoten individueel herkennen. Ook communiceren hanen over hun positie door te kraaien. Daarnaast kijken kippen naar het gedrag van groepsgenoten om te bepalen wat de positie is van een andere (vreemde) kip. Naast hiërarchische relaties, hebben met name hennen ook vriendschapsbanden met elkaar. Dit reduceert stress en versterkt de sociale band. Onder natuurlijke omstandigheden verlaat een moederkip, een hen, de groep zodra ze klaar is om haar eieren te leggen. De hen blijft drie weken lang op het nest zitten en gaat slechts een keer per dag kort weg om te eten en te drinken. Hoewel de embryo's nog in ontwikkeling zijn, kunnen ze al communiceren met de moeder met behulp van “klik” geluiden en het klappen van hun snaveltjes, waarmee ze hun moeder stimuleren om terug te komen naar het nest. Ook als een embryo te koud wordt maakt het geluid, waarop de hen het ei dichter bij het nest legt. Vervolgens maakt het embryo een ander geluid om aan te geven dat hij of zij nu warm is. Doordat een kuiken al met zijn moeder communiceert in het ei, herkent een kuiken de roep van zijn moeder zodra hij uit het ei kruipt. Het net geboren kuiken begint zijn omgeving te verkennen en naar bolvormige objecten te pikken. Een hen leert haar kuikens wat eetbaar is door te roepen en naar de grond te pikken. Als de kuikens naar oneetbare dingen pikken, dan zal hun moeder hen corrigeren door intensiever het goede voorbeeld te geven. De eerste vier dagen blijven de kuikens dicht bij hun moeder. Zo blijven ze warm en krijgen ze bescherming. Als het gaat regenen, schuilen de kuikens onder de vleugels van de hen. De kuikens leren van hun moeder een stofbad te nemen en op stok te gaan. Ook laat de hen zien hoe de kuikens moeten reageren bij gevaar. Ze heeft meer dan 30 verschillende geluiden waarmee ze onder andere kan aangeven of er gevaar is en of dit gevaar uit de lucht of over de grond komt. De kuikens leren door spelgedrag ook van elkaar. Waarschijnlijk leren ze op die manier hoe ze bijvoorbeeld moeten reageren op agressie. Als de kuikens ouder worden durven ze steeds verder van hun moeder weg te lopen. Na 6 weken lopen ze al tot 20 meter afstand van hun moeder. Vanaf deze leeftijd vormen de kuikens ook een hiërarchie. Door te hoppen (ergens naar toe springen), dreigen (gestrekt rechtop staan met de kop boven een ander), springen, trappen en agressief pikken wordt de dominantie bepaald. Na 8 tot 10 weken gaan de kuikens zelfstandig op zoek naar eten, maar ze blijven nog in de buurt van hun moeder en broertjes en zusjes. Als de kuikens 18 weken oud zijn, sluiten ze aan bij de rest van de groep. Kippen vertonen onder natuurlijke omstandigheden een vast patroon van gedragingen die erg lijkt op die van hun natuurlijke soortgenoot, de Rode Kamhoen. In de ochtend gaan ze op zoek naar voedsel (foerageren), rond het middaguur nemen ze een stofbad en in de namiddag verzorgen ze hun verenkleed. Tussendoor kunnen ze ook kort slapen. Aan het eind van de middag, tegen schemering, gaan ze voor een tweede keer op zoek naar eten. Wanneer het 's avonds het donker is, gaan zij gezamenlijk “op stok”. In de natuur zijn kippen het grootste deel van hun actieve dag op zoek naar eten en hun omgeving aan het verkennen. Ook als er voldoende eten is, gaan ze nog steeds foerageren op zoek naar eventueel beter voedsel. Kippen kunnen overigens slapen en tegelijkertijd wakker zijn. Omdat het ene oog verbonden is met hun ene hersenhelft en het andere oog met de andere hersenhelft, kunnen ze dus met 1 oog open slapen, zodat ze roofdieren en ander gevaar in de gaten kunnen houden. Bij deze zogenaamde “unihemispheric slow-wave sleep” (USWS) slaapt dus maar één van beide hersenhelften.3
Uit onderzoek blijkt dat kippen veel intelligenter zijn dan vaak aangenomen. Zo hebben net geboren kuikens een getalsbegrip tot 10. Ze kunnen namelijk van 10 gaten het gat onderscheiden waar ze eten kunnen vinden4. Naast een getalsbegrip hebben ze ook begrip van geometrie. Kuikens zijn in staat om de vorm van een niet complete driehoek in te vullen en af te maken en ze kunnen uit een aantal 2D afbeeldingen van een kubus, degene met de juiste 3D voorstelling eruit halen5. Naast dit sterke ruimtelijk inzicht hebben kippen een tijdsbesef en kunnen ze anticiperen op gebeurtenissen die nog moeten plaatsvinden. Zo leerden onderzoekers kippen om enkele minuten naar een touchscreen te pikken zodat ze meer eten kregen dan wanneer ze meteen naar het voedsel pikten6. Verbazingwekkend is het vermogen van kippen om het voortbestaan van objecten te begrijpen. Deze eigenschap houdt in dat iemand begrijpt dat een object blijft bestaan, ook als je deze niet meer ziet omdat het object is weggehaald bijvoorbeeld. Mensenbaby's ontwikkelen dit begrip pas na 6 tot 7 maanden. Jonge kuikens bleken een object dat ze door een klein raampje gezien hadden te onthouden en te kunnen opzoeken door langs obstakels te lopen7. Een ander opmerkelijke eigenschap van kippen is hun zicht. Kippen hebben 5 soorten kegeltjes, terwijl de mens er maar 3 heeft. Een kip kan daarom bijvoorbeeld UV licht waarnemen, wat een mens niet kan. Hierdoor zijn ze in staat de zon een uur eerder te zien opkomen dan wij dat kunnen. De hersenen van kippen zijn op dezelfde manier “bedraad” als onze hersenen8. Met name gebieden voor cognitieve functies zoals lange termijn geheugen en probleem oplossend vermogen, vertonen grote gelijkenissen. Op een aantal vlakken is het cognitieve vermogen van kippen sterker ontwikkeld dan dat van honden en katten en zelfs sommige primaten. Ook op emotioneel vlak lijken kippen erg op mensen. Zo zijn kippen in staat om net als mensen empathie te ervaren ten opzichte van soortgenoten. Hennen reageren bijvoorbeeld sterk wanneer haar kuikens of soortgenoten stress ervaren9. Kippen vertonen daarnaast emoties zoals verdriet, angst, ongerustheid, enthousiasme, frustratie, vriendschap en verveling10. Bovendien zijn kippen in staat om soortgenoten te misleiden om er zelf beter van te worden. Zo lokken ondergeschikte hanen, die normaal gesproken niet kunnen of mogen paren met hennen in de groep, de hennen naar zich toe door te doen alsof ze voedsel hebben om zo toch te kunnen paren11. We kunnen concluderen dat de kip een sociaal en intelligent wezen is die minder van ons verschilt dan we denken.
Collias, N.E. et al. (1967) A field study of the Red Jungle Fowl in North-Central India. Condor 69 (4); p. 360-386
Dawkins, M.S. (1989) Time budgets in Red Junglefowl as baseline for the assesment of welfare in domestic fowl. Applied Animal Behavious Science 24; p. 77-80
Rattenborg, N.C. et al. (1999) Half-awake to the risk of predation. Nature 397; p. 397-398
Rugani, R et al. (2007) Rudimental numerical competence in 5-day-old domestic chicks (Gallus gallus): identification of ordinal position. Journal of Experimental Psychology: Animal Behavior Processes 33 (1); p.21-31
Regolin, L. et al. (1995) Perception of partly occluded objects by young chicks. Perception & Psychophysics 57 (7); p. 971-976
Marino, L. (2017) Thinking chickens: a review of cognition, emotion, and behavior in the domestic chicken. Animal Cognition. 20; p. 127-147
Shanahan, M. et al. (2013) Large-scale network organization in the avian forebrain: a connectivity matrix and theoretical analysis. Frontiers in Computational Neuroscience 7 (89); p. 1-17
Edgar, J.L. et al. (2011) Avian maternal response to chick distress. Proceedings Biological sciences 278 (1721); p. 3129-3134
Annie Pots (2012) Chicken. Animal Series. Reaktion Books LTD, ISBN 978-1-86189-858-6
Smith, C.K.L. et al. (2014) Brainy Bird. Scientific American (February); p. 60-65
RDA (2006) Natuurlijk gedrag van legkippen en vleeskuikens. Advies RDA 2006/06
Humane Society International (2014) About chickens
Nicol, C. J. (2015) The behavioural biology of chickens. CABI; ISBN 978-1-78064-250-5
Van Niekerk, T.G.C.M. et al. (2011) Ingrepen bij pluimvee. Wageningen UR Livestock Research. Rapport 468. ISSN 1570-8616
Van Niekerk, T.G.C.M. et al. (2011) Pilotstudie naar welzijnsaspecten van kammen dubben bij hanen van legrassen. Wageningen UR Livestock Research. Rapport 469. ISSN 1570-8616
Decuypere, E. et al. (2007) The day-old chick: a crucial hinge between breeders and broilers. CEVA Animal Health Asia Pacific, hatchery expertise online 12
Regeling-Besluit houders van dieren BWBR0035217; artikel 2.75 Verlichting
Van Niekerk, T.G.C.M. et al. (2012) Verlagen van uitval bij leghennen. Wageningen UR Livestock Research.
Lohman Brown Classic. Management guide colony systems (2011)
Lohman Brown Classic. Management guide colony systems (2011)
EFSA (2011) Scientific opinion concerning the welfare if animals during transport. EFSA Journal 9 (1):1966
Van Niekerk, T.G.C.M. et al. (2014) Welzijn van uitgelegde hennen tijdens vangen en vervoer in de winterperiode. Wageningen UR Livestock Research. Livestock Research Rapport 758
Kamervragen behandeling uitgelegde hennen
Savory, C.J. (1995) Feather pecking and cannibalism. World’s Poultry Science Journal 51; p. 215-219
Rodenburg, T.B. et al. (2013) The prevention and control of feather pecking in laying hens: identifying the underlying principles. World’s Poultry Science Journal 69; p. 361-374
Edgar, J. et al. (2016) Influences of maternal care on chicken welfare. Animals 6 (1), 2
Een versnelde uitfasering van ingrepen in de pluimveehouderij. Kamerstukken (2013). Kenmerk DGA-DAD/13076705
Een integraal kader voor regels over gehouden dieren en daaraan gerelateerde onderwerpen (Wet dieren) 31 389, nr. 129
van Niekerk, T.G.C.M. et al. (2011) Van kuiken tot kip. Wageningen UR Livestock Research
Bestman, M. et al. (2003) Farm level factors associated with feather pecking in organic rearing hens. Livestock Production Science 80; p. 133-104
Van Niekerk, T.G.C.M. (2017) Managing laying hen flocks with intact beaks. In: Achieving sustainable production of eggs. Roberts, J. Cambridge: Burleigh Dodds Science Publishing Limited – ISBN 9781786760807
The Humane Society of the United States, “Understanding mortality rates of laying hens in cage-free egg production systems”(2010) Farm Animals, Agribusiness, and Food Production. 3
Fulton, R. M. (2017) Causes of normal mortality in commercial egg-laying chickens. Avian Diseases 61; p. 289-295
Bridle, B.W. et al. (2006) T lymphocyte subpopulations diverge in commercially raised chickens. The Canadian Journal of Veterinary Research 70; p. 183-190
Gezondheid van biologische leghennen (2008). Animal Sciences Group. ISSN 1570-8632
Van Emous, R.A. et al. (2005) Bloedluizen (vogelmijten) op papier en in de praktijk. Praktijkrapport Pluimvee 17. Wageningen UR, Animal Science Group, ISSN 1570 8624
Van Veldhuizen (2003) Bloedluis: bestrijdingsmethoden en ervaringen uit de praktijk. In PAOD cursus: Rode Bloedluis, Houten
Persoons, D. et al. (2011) Een update van colibacillose bij kippen. Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift 80; p. 161-166
Broekhuizen, G. (2013) Colibacillose bij leghennen: een pilot voor een veldstudie naar de economische impact voor de Nederlandse leghennenhouder. Onderzoekstage verslag. Universiteit Utrecht, Faculteit Diergeneeskunde
Vandekerchove, D. (2004) Colibacillosis in battery-caged layer hens: clinical and bacteriological characteristics, and risk factor analysis. Proefschrift Universiteit Gent, Faculteit Diergeneeskunde
Bouwstra, R. et al. (2017) Risk for low pathogenicity avian influenza virus on poultry farms, the Netherlands, 2007-2013. Emerging Infectious Diseases 23 (9); p. 1510-1516
van Dijk, J.G.B. (2014) Pathogen dynamics in a partial migrant: interactions between mallards (Anas platyrhynchos) and avian influenza virus. Proefschrift Universiteit Utrecht ISBN 978-90-6464-811-3
Tatem, A.J. et al. (2006) Global transport networks and infectious disease spread.Advances in Parasitology 62; p. 293-343
Heerkens, J.L.T. (2016) Risk factors associated with keel bone and foot pad disorders in laying hens housed in aviary systems. Poultry Sciences 95; p. 482-488
Borstbeenafwijkingen bij leghennen voorkomen. Boerenbond, Management & Techniek 14; 15 augustus
Hoog percentage borstbeenletsel bij legkippen in volières. ILVO persbericht – donderdag 12 juni 2014
Delezie, E. et al. (2016) Leghennen en volièresysteem beter op elkaar afstemmen. Boerenbond, Management & Techniek 10; 27 mei
Nasr, M.A.F. et al. (2013) Positive affective state induced by opioid analgesia in laying hens with bone fractures. Applied Animal Behaviour Science 147; p. 127-131
Nasr, M.A. et al. (2013) The effect of keel fractures on egg production, feed and water consumption in individual laying hens. British Poultry Science 54 (2); p. 165-170
Opinion of osteoporosis and bone fractures in laying hens (2010) Farm Animal Welfare Council
Webster, A.B. (2004) Welfare implications of avian osteoporosis. Poultry Science 83; p. 184-192
EFSA (2005) The welfare aspects of various systems of keeping laying hens. The EFSA Journal 197; p. 1-23
Kajlich, A.S. et al. (2016) Incidence, severity, and welfare implications of lesions observed postmortem in laying hens from commercial noncage farms in California and Iowa. Avian Diseases 60 (1); p. 8-15
Van Niekerk, T.G.C.M. et al. (2016) Inventarisatie van de effecten van uitloop pluimveehouderij op de bodem-, water- en luchtkwaliteit. Wageningen UR Livestock Research. Livestock Research Rapport 954
1
Legsector vaktechniek.(2014) Buitenuitloop dubbel benutten. Pluimveehouderij, 44e jaargang, 7 februari
Bestman, M. et al. (2016) Uitval van bedrijfsmatig gehouden kippen door toedoen van roofvogels. Louis Bolk Instituut. Publicatienummer 2016-005 LbD
Bestman, M. et al. (2009) Biologische leghennen: gezond, gezonder, gezondst. De relatie tussen bedrijfsfactoren en diergezondheid. Louis Bolk Instituut. Publicatienummer LD 17
Brief van de staatssecretaris van economische zaken met betrekking tot uitvoering Flora- en Faunawet (2014) Publicatie kst-29446-90
Bestman, M. et al. (2011) Weren van roofvogels uit de kippenuitloop. Louis Bolk Instituut. Publicatienummer 2011-004 LbD
Wageningen UR projectteam. Houden van hennen: op naar gelukkige kippen, trotse boeren en tevreden burgers. Wageningen UR. ISBN 90-6754-791-3
Van Niekerk, T.G.C.M. et al. (2011) Het Rondeel, resultaten gedrag en welzijn eerste legronde. Wageningen UR Livestock Research. Rapport 473. ISSN 1570-8616
Gezondheid van biologische leghennen (2008). Animal Sciences Group. ISSN 1570-8632
Vaarts, M. et al. (2008) Animal health challenges and veterinary aspects of organic livestock farming identified through a 3 year EU network project. Open Veterinary Science Journal 2 (1); p. 111-116
van Overbeke. J. (2016) Invloed van hybride en loopvoorzieningen op borstbeenletsels, grondeieren en ei-kwaliteit bij leghennen. Masterproef Universiteit van Gent, Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen
Hilkens, W. et al. (2016) Kansen voor kwaliteit; geld voor je eieren. Publicatie ABN AMRO